Nederlandse politiek sanctioneert wethouder om slechte communicatie
De gemeenteraad van Delft heeft wethouder Van Vliet een politieke sanctie opgelegd vanwege gebrekkige communicatie over een kostenoverschrijding van bijna 9 miljoen euro bij de verbouwing van Museum Prinsenhof.
Een meerderheid van de raad, inclusief zijn eigen fractie en andere collegepartijen, oordeelde dat Van Vliet tekortschoot in het informeren van de lokale politiek over de financiële tegenvaller. Hoewel de gemeente al voor de zomer wist dat het project duurder zou worden, hoorde de gemeenteraad pas eind oktober over het tekort.
Motie van treurnis aangenomen
Oppositiepartijen VVD, CDA en Onafhankelijk Delft dienden een motie van treurnis in. "Niet om af te rekenen, maar om te waarschuwen, want Delft staat voor meer forse investeringen", verklaarde Miranda Voogt van de VVD. Alleen de SP stemde tegen de motie.
De raad vindt de kostenoverschrijding extra pijnlijk omdat Museum Prinsenhof geldt als het meest ambitieuze project van de gemeente. Er was speciaal een raadswerkgroep opgericht om tijdig geïnformeerd te worden over de voortgang en mogelijke problemen.
Vertrouwen opgezegd
Hart voor Delft ging het verst door een motie van wantrouwen in te dienen tegen Van Vliet. "Na alles wat er is gebeurd, is de grens voor ons bereikt", zei Coby de Koning. "Het vertrouwen in deze portefeuillehouder is er niet meer."
Deze motie haalde echter geen meerderheid. Stip en GroenLinks vonden het niet verantwoord om de wethouder weg te sturen, omdat de stad daar niet bij gebaat zou zijn.
Scherpere controle ingesteld
De raad besloot unaniem tot strengere controlemechanismen. Van Vliet moet voortaan elke twee maanden een overzicht sturen naar de raadswerkgroep met de laatste stand van zaken. Belangrijke ontwikkelingen, vooral financiële tegenvallers, moeten direct worden gemeld.
Ook komt er tweemaal per jaar een uitgebreide financiële update met tekorten of meevallers. De werkgroep vergadert voortaan elke twee maanden met de wethouder.
Wethouder erkent fouten
Van Vliet erkende achteraf dat de communicatie beter had gekund. "We hadden de ramingen altijd naar eer en geweten gedeeld, maar we hadden de raad eerder vertrouwelijk kunnen informeren", reageerde hij.
De wethouder bestreed wel dat de politiek de kostenoverschrijding via de media moest vernemen. Hij beweerde alle fractievoorzitters persoonlijk te hebben gebeld voordat de informatie openbaar werd gemaakt.